Waarom zetten we ons toch elke dag weer in de actie stand van jagen en haasten? De wekker is nog niet gegaan of we springen uit bed en zijn klaar voor de start. De race tegen de klok kan weer beginnen. Overprikkeling is real en niet zonder risico. Ik pleit hier voor meer lummelen.
Elke dag heeft een aantal uur tot haar beschikking, waarin je actief kunt zijn. Zeg dat je van 7 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds op je actiefst bent. Dat zijn 15 uur. Ontzettend veel uren actief. En toch is er elke werkdag weer het gevoel dat er te weinig uren zijn voor dat wat je moet doen. Een continue gevoel van tekort schieten. En dat voel je. Je gaat nog harder werken. Maar wat is er mis met stilstaan en op een rustiger tempo werken? Waarom plannen we onze agenda zo vol terwijl we door de week ook tijdsblokken kunnen invullen met even niets?
Altijd bezig zijn is niet zonder gevaar, overprikkeling ligt op de loer
Er zit nogal een verschil tussen niets doen en een overvolle agenda. Ook in gevoel ligt er een enorme ruimte tussen. Een overvolle agenda geeft status en houdt je bezig, blokken in je agenda voor rust en ontspanning geeft in de diepte een gevoel van nietsnut. En dat is dus precies waar de schoen wringt. Uiteraard kies je dan eerder voor druk zijn en veel op de planning hebben staan. Want hoe voelt het om op een werkdag te zeggen: ‘Ik heb heerlijk niets gepland vandaag en ga lekker lummelen.’ Best een beetje vreemd toch? En zou dat dan een reden kunnen zijn dat je jezelf maar blijft prikkelen met werk en actie zodat je je geen nietsnut of vreemd voelt. Maar altijd bezig blijven is niet zonder gevaar, overprikkeling ligt op de loer. Langdurige overprikkeling kan leiden tot een burn out. Je lichaam en geest zijn dan te weinig in de ruststand geweest en bleven voortdurend ‘aan’ staan.
Je ervaart uiteindelijk dat er letterlijk geen energie meer is
Opzien tegen klusjes. Geluiden als storend ervaren, snel op je teentjes getrapt zijn, het zijn allemaal tekenen van overprikkeling. Je kunt haast niets meer hebben. De kans dat je doorgaat is groot, je hebt het immers druk… Je weet niet meer waar je rust vandaan moet halen, want je hele systeem is geprogrammeerd op bezig blijven. Overprikkeling heeft effect op ons hele zijn. Ben je lange tijd overprikkeld, dan zorgt dat voor een verhoogde aanmaak van cortisol en adrenaline. Dit heeft weer effect op onze cellen en ons immuunsysteem. Je ervaart uiteindelijk dat er letterlijk geen energie meer is.
Lummelen geeft je rust en afstand om dingen weer in perspectief te zien
Inderdaad dan toch maar die o zo belangrijke lummeltijd. Want wat vergeten wordt, is dat lummeltijd juist voor een enorme energieboost zorgt. Je hersenen krijgen bijvoorbeeld de kans om te resetten, om zo weer rust te krijgen voor het laten ontstaan van nieuwe ideeën. Je gaat beter in je vel zitten, omdat je weer ‘in je lichaam komt’ en minder alleen op de ‘hoofdstand’ staat. Je krijgt weer ruimte in je leven zodat je ook weer onverwachte zaken op kan vangen. Een dag in de week een lummeldag inruimen helpt al. Wat dacht je van een weekenddag? Maar je kunt ook heel bewust kijken naar hoe jij je werkuren hebt ingedeeld. En je kunt inspanning met ontspanning combineren, door bijvoorbeeld te wandelen. Lummeldagen en lummelmomenten geven je de rust en afstand die je nodig hebt om dingen weer in perspectief te zien. Op deze manier zorg je ervoor dat je niet overprikkeld wordt, dat je regelmatig ook ‘aflaadt’ en dat je, uiteindelijk, een betere balans krijgt in werk en privé. En wie wil dat nou niet?